Monopoly: Wereldwonder Editie 2003

In tegenstelling tot wat je zou denken is dit niet zomaar een aanpassing naar een vernieuwd thema, maar deze keer hebben de ontwerpers een nieuw spelelement toegevoegd waardoor het spel minder lang duurt. Niet spectaculair, maar toch.
De spelers reizen over het speelbord en landen op 22 vakjes die wereldwonderen voorstellen: Niagara Falls, Mount Everest, Great Barrier Reef, Grand Canyon, Angel Falls, Cristo Redentor, Eiffeltoren, Colosseum, Stonehenge, Taj Mahal, Moai beelden, Machu Picchu, Angkor Wat, Petra, De grote Muur, Pharos in Alexandrië, Colossus op Rhodos, het Mausoleum van Halicarnassus, het Beeld van Zeus op de Olympia, de tempel van Artemis in Efeze, de hangende tuinen in Babylon en ten slotte de Grote Piramide in Gizeh.
Al deze wereldwonderen staan prachtig geïllustreerd op de vakken van het bekende parcours en verwijzen dank zij een nummer naar de plaats op de kaart van de aarde die in het midden van het speelbord getekend is. Op de rugzijde van de bijbehorende eigendomsbewijzen komt wat extra informatie voor over deze geselecteerde wereldwonderen.
Geen stations, wel de vier drukste luchthavens van Europa. Je kan ze kopen en dan huur voor ontvangen. Maar iedereen die erop eindigt (het maakt niet uit of die speler die luchthaven wel of niet bezit), mag gratis vliegen naar een ander wereldwonder. De pion blijft echter staan. De speler kruist die nieuwe locatie aan in zijn persoonlijk paspoort. En dit is meteen het wezenlijke verschil met het standaardspel. Elke speler krijgt bij aanvang een paspoort dat het speelbord in het klein voorstelt. Bij elk van de 22 hoofdlocaties staat een apart vakje. Met een bijgeleverde viltstift plaatst de speler een kruisje als hij deze locatie aangedaan heeft. Dit kan gebeuren door het verplaatsen van zijn pion na een dobbelsteenworp of door het tussentijds vliegen na het aandoen van een luchthaven. De eerste speler die alle 22 locaties bezocht heeft, ontvangt een bonus van 1500 EUR en beëindigt het spel. Wie dan het meeste geld bezit, wint deze versie.
De acht prachtige tinnen pionnen stellen de belangrijkste transportmiddelen voor doorheen de tijden: een oude strijdwagon uit het oude Rome, een kano rond 1750, een luchtballon uit 1783, een fiets anno 1817, de beroemde stoomtrein Rocket uit 1829, een driemaster (Klipper) van rond de jaren 1850, het eerste vliegtuig van de gebroeders Wright uit 1903 en tenslotte de allereerste in serie gebouwde auto, de overbekende T-Ford van 1909. Van al deze transportmiddelen wordt een kleine infotekst voorzien in het spelregelboekje.
De huizen heten hier pensions, maar de hotels bleven gelijk. Het geld bleef klassiek. Het spelsysteem steunt volledig op dat van het standaardspel. De toevoeging van het paspoort waardoor elke speler hoopt de extra bonus binnen te rijven en waardoor de speelduur korter wordt, zorgt ervoor dat je het gevoel krijgt een ander spelsysteem te verkennen. Dit blijkt achteraf niet zo veel te verschillen van een klassieke spelpartij.
De afwerking is schitterend. Met veel oog voor detail zijn alle vakjes rijk geïllustreerd, de pionnen zijn voortreffelijk, het individuele paspoort voegt iets extra toe, maar het blijft een Monopoly die zich voorstelt als een wonderlijke reis van het ene wereldwonder naar het andere.