Bron: Spellenlab
Er zijn 4 munten waar de soorten koppen, rompen, poten,... op staan afgebeeld.
Er zijn 30 kaarten waar je wezens op kan zien met een combinatie van deze lichaamsdelen.
Bij de start van het spel leg je 20 kaarten verspreid op tafel, maar ze liggen allen nog gedekt.
Aan de start van de eerste beurt, draai je er 4 om en geef je de startspeler de 4 munten.
Deze kiest er twee om mee te spelen.
In elke hand kan je een munt nemen en je gooit deze in het speelveld.
Nu zoekt iedereen zo snel mogelijk een kaart met een dier met de twee gegooide lichaamsdelen.
Meerdere spelers kunnen een juiste kaart pakken.
Na elke beurt wordt één extra kaart zichtbaar omgedraaid.
Daarna is het aan de volgende speler om 2 van de 4 munten te kiezen om op te gooien.
Het spel eindigt wanneer eer geen nieuwe kaart kan omgedraaid worden.
Je kan het moeilijker maken door de 'nacht'-variant te spelen. Hierbij worden alle 20 kaarten onmiddellijk zichtbaar op tafel gelegd en krijgt elke speler een/twee munt(en). Ze worden allemaal geworpen en dan moeten de vier lichaamsdelen aanwezig zijn op de kaarten die gepakt worden.
In dit spel komt het erop aan om flexibel te denken en snel de lichaamsdelen te combineren.
In die zin past het zeker thuis in de spellen die executieve vaardigheden trainen.
Toch werd het niet snel opnieuw gespeeld en mist het wel wat extra uitdaging.
Ook de regel om 'alle gewonnen kaarten af te geven' wanneer je een foute kaart pakt, hebben we snel wat milder gemaakt. Want hierdoor verliezen jonge spelers snel hun moed. al leert het hen wel wel op een harde manier om nog beter hun impulsen te controleren en niet te snel te grijpen.